Roken wordt steeds meer een subcultuur voor kleine categorieën mensen met overeenkomstige eigenschappen.
Nog geen 50 jaar geleden rookte een overtuigende meerderheid van de Nederlandse bevolking. Juist door het massale karakter van tabaksgebruik was roken een gewoonte voor allle soorten mensen uit alle lagen van de bevolking. Er bestond niet zoiets als een typische roker. Behalve dan dat mannen veel vaker rookten dan vrouwen.
Sinds de jaren '70 van de twintigste eeuw dringt bij de Nederlandse bevolking echter het besef door dat roken buitengewoon ongezond is voor de roker. Als gevolg stoppen steeds meer mensen met roken. Dit gebeurt in een periode waarin roken op geen enkele wijze aan wettelijke regels is gebonden. Stoppen met roken heeft in die tijd dus een zeer vrijblijvend karakter. Het is aannemelijk dat hierdoor bepaalde categorieën mensen eerder geneigd zijn te stoppen dan andere categoriën. Mensen die relatief weinig verslaafd zijn, veel wilskracht hebben, veel waarde hechten aan hun gezondheid en/of weinig waarde hechten aan hun rookgewoonte zullen als eerste stoppen. Mensen die die eigenschappen in mindere mate hebben zullen eerder geneigd zijn te blijven roken.
In de jaren '80 wordt steeds meer bekend over de schadelijkheid van roken voor niet-rokers. Wederom besluit een groot aantal rokers te stoppen. De kans is groot dat deze generatie van stoppers in relatief hoge mate wordt bevolkt door mensen die gevoelig zijn voor de stelling dat roken ook ongezond is voor niet-rokers. Mensen die die stellingname niet geloven of er weinig waarde aan hechten (bijvoorbeeld omdat ze alleenstaand zijn en menen niemand tot last te zijn) zullen relatief vaak geneigd zijn te blijven roken.
Vanaf de jaren '90 tot heden verandert het karakter van de rookdiscussie volledig. Voor het eerst is sprake van wettelijk ingestelde rookverboden. De generatie rokers die in die periode stopt zal vooral gekenmerkt worden door ontzag voor de wet.
Roken wordt het afgelopen decennium ook steeds meer geassocieerd met een lagere sociale status. Rokers die vanwege dat criterium stoppen zullen mensen zijn die relatief veel waarde hechten aan hun sociale status.
De meest recente ontwikkeling in de maatschappelijke kijk op roken is het op 1 juli 2008 van kracht zijnde rookverbod in de Nederlandse horeca. Wie de discussies beluistert over dit onderwerp kan zich niet afsluiten voor de grimmige toon. Rokers gaan op de vuist tijdens protesten, negeren bij sommige gelegenheden massaal de wettelijke regels en bedreigen directies die rookverboden instellen. In discussies worden aanhangers van het rookverbod vergeleken met nazi's. Dit zijn uiteraard de extremen binnen deze ontwikkeling. Maar het toont iets van de overtuiging en zo u wil hardnekkigheid van de groep mensen die nu nog rookt.
Al met al is bij roken sprake van een proces van natuurlijke selectie conform het Darwinisme. Ieder tijdperk biedt weer een andere impuls waardoor steeds andere categorieën rokers besluiten te stoppen. Het resultaat is dat steeds meer sprake is van roken als een subcultuur bestaande uit individuen met gelijksoortige denkbeelden en gewoontes. De typische roker bestaat nog steeds niet. Maar zoiets als het bestaan van enkele veelvoorkomende rokersprofielen is onderhand zeker te verdedigen.
maandag 21 juli 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten