Tegenstanders van (wettelijke) rookverboden bedienen zich regelmatig van het discriminatie-argument. Het meest kenmerkende van discriminatie is echter "onderscheid" (Van Dale). En van onderscheid is bij een rookverbod juist absoluut geen sprake. Een rookverbod geldt immers voor iedereen op dezelfde wijze en kent geen afzonderlijke rechten of plichten toe aan separate bevolkingsgroepen. Derhalve is geen sprake van discriminatie.
Rokers verwarren misschien het feit dat zij last hebben van een rookverbod met discriminatie. Dat is natuurlijk wel vervelend voor ze, maar het heeft niets met discriminatie te maken.
Iedere wet heeft gevolgen voor specifieke bevolkingsgroepen. Een maximumsnelheid is vooral hinderlijk voor snelheidsmaniakken. Een verbod om harde muziek te draaien is vervelend voor herrie-schoppers. Een verbod om in het openbaar alcohol te drinken is erg vervelend voor dronkenlappen. Maar al deze verboden hebben een algemene geldigheid en kennen aan iedereen de zelfde rechten en plichten toe. Ergo: geen discriminatie.
Een voorbeeld van wat mogelijk wel discriminerend is, is wanneer rokers de toegang wordt geweigerd tot openbare gelegenheden. Maar daar is volstrekt geen sprake van.
woensdag 23 juli 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten